uitbroeden

uitbroeden
{{uitbroeden}}{{/term}}
[laten uitkomen] hatch (out)
[figuurlijk; schertsend] hatch (up)brew (up)
voorbeelden:
1   eieren uitbroeden hatch (out) eggs
     hij zit een idee uit te broeden he's brooding over/about an idea
2   boze plannen uitbroeden brew mischief, scheme, hatch (up) evil plans

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать реферат

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”